1e couplet
Wij
hebben geen hond en wij hebben geen kat,
wij zijn er te nauw voor behuisd.
Soms zeggen de mensen: wat jammer is dat...
dan zeg ik: dat is het nou juist:
Wij hebben een beestje dat buiten kan slapen
het kan tegen ijzel en kou,
't is net of dat diertje voor ons is geschapen,
zo vriendelijk is het en trouw.
Refrein:
Wij
hebben een eendje dat woont bij ons in,
een lelijk klein eendje voor 't hele gezin.
En altijd gaat dat eendje met ons mee
naar 't bos en de hei en de zee.
Een buitenbeentje, maar aardig en vief,
ons lelijke eendje, lelijk maar lief.
Wij hebben een eendje dat woont bij ons in,
een eendje voor 't hele gezin.
2e couplet
Hij
is niet zo fraai als de poedel hiernaast,
wij hebben hem niet voor de show.
En sommige buren die kijken verbaasd,
ze vinden het dier maar zo zo.
Zij zouden zich haast voor dat eendje generen.
Wij trekken ons niets daarvan aan.
Geen een ander dier zit zo goed in zijn veren,
en kijk hem daar nou weer eens gaan.
- refrein -
3e couplet
Hij
hoeft praktisch nooit naar de dierenarts toe,
hij eet bijna niets, is nooit ziek.
Je kunt altijd op hem vertrouwen en hoe,
al is hij niet duur en niet sjiek.
En 's zomers dan gaan wij samen landen ontdekken
ver weg in een zonnig klimaat.
Wij houden van vrijheid, van reizen en trekken,
en vrijheid is waar het om gaat.
- refrein -
|
klik op een
afbeelding voor een vergroting |